Tegenlicht – Onze dierbare dictators

Elke dag zien we ze in het nieuws. Onze eigen Europese leiders die o zo blij zijn met de volksopstanden in Noord-Afrika, en over elkaar heen buitelen om de vallende woestijndictators daarginds te veroordelen.
Maar hoeveel boter heeft Europa op zijn hoofd? Hoe afhankelijk is Europa van deze regimes voor olie en gas? Wat deed Europa in de naam van het gesloten houden van Fort Europa? Hoe vaak handelden we uit angst voor de gevaarlijke islamistische inborst van deze volken? Wie profiteerden – over de hoofden van de bevolkingen heen- over deze machtsconstructies? En waren Europa en Noord-Afrika – en niet te vergeten de VS en Israël – eigenlijk niet heel tevreden met deze status quo? Tegenlicht over het pact met de duivel: handige deals, win-win-situaties en (niet zelden) perverse connecties tussen de twee kusten van “onze” Middellandse Zee.
Noord-Afrika is voor Europa vooral een producent van olie en gas, een afzetmarkt voor wapens, een broedplaats voor islamisme en een thuisland van een teveel aan asiel- en gelukszoekers. Dit heeft dan ook de onderlinge relaties bepaald. Na de koloniale tijd heeft Europa bepaald niet bijgedragen aan de modernisering van Marokko, Algerije, Tunesië, Libië en Egypte. Nu de oude tirannen wankelen, wordt steeds meer duidelijk hoe en waarmee Europa ze in het zadel hield. Hoe Khadaffi en Berlusconi elkaar vonden over de olie van hun maatschappijen ENI en NOC. Hoe Nicolas Sarkozy uitgerekend met Hosni Mubarak een ‘Union pour la Méditerranée’ wilde bouwen. Hoe Tony Blair en de London School of Economics de “dynastie Khadafi” weer salonfahig maakte. En hoe onze eigen premier Rutte zijn verontwaardiging uitspreekt, terwijl tegelijkertijd een delegatie van het Nederlandse bedrijfsleven op tournee is langs Arabische ‘rulers’.

[divider/]
[adsenseresponsive][tab:Docu]
[vpro-gemist id=”VPWON_1151219″]
[tab:Trailer]
      
Geen trailer beschikbaar
      
[tab:END]
[divider/]